Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.
Staat jouw boom al voor paal?
De bladeren aan de bomen kleuren naar geel, oranje en rood en de bospaden raken bedekt onder een dik pak bladeren. Dat kan maar een ding betekenen: het is herfst. Het eindigen van het vallen van het blad is ook het teken dat het boomplantmoment van het najaar is begonnen. Maar hoe doe je dit het beste en welke boompaal gebruik je? We vertellen je er graag meer over.
De herfst is een goed moment om te planten omdat als een boom al haar blad verloren heeft, de sapstroom in de boom ook nagenoeg stopt. Hierdoor komt de boom in een soort ruststand. Voor je gaat planten, is het uiteraard belangrijk om de kwaliteit van de grond te checken. Niet alle soorten bomen doen het goed in alle grondsoorten. Het spreekt natuurlijk ook voor zich dat je geen boom kunt planten als de grond bevroren of diep verzadigd is.
Verankeren met boompalen
Bij het planten van de boom is het belangrijk om te zorgen voor voldoende verankering met behulp van ronde palen, ook wel rond hout genoemd. Deze zorgen ervoor dat de boom niet scheef waait, omwaait en de groeiende en aardende wortels niet beschadigen door het bewegen van de boom in de wind. Je kunt kiezen voor één of meerdere palen, dit is onder andere afhankelijk van de hoeveel wind die de boom vangt op de plantlocatie.
Je kunt de boompalen het beste plaatsen voor je de boom plant, zo voorkom je dat je de wortels beschadigt bij het inboren van de palen. De boom hoeft hooguit drie jaar ondersteund te worden voor hij voldoende geworteld is. Bij het planten van leibomen is het gebruik van boompalen helemaal een must. Niet alleen voor het geven van voldoende steun, maar ook voor het leiden van de takken door middel van verbindingen van paal naar paal. Dat kan bijvoorbeeld met halfronde regels.
Soorten en maten
Er zijn veel verschillende boompalen, bijvoorbeeld van onbehandelde houtsoorten als naaldhout, kastanje- of robiniahout of een behandelde paal van geïmpregneerd naaldhout. Alle ronde palen in ons assortiment tot een lengte van 300 cm zijn gepunt en gefreesd. Hierdoor hebben ze een glad oppervlak en kun je ze gemakkelijk in de grond zetten. De stevige en extra lange boompalen voor bij leibomen (Ø 10 cm) zijn ongepunt en geïmpregneerd met Celfix. Deze palen moeten immers enige jaren langer blijven staan.
Qua lengte kun je bij een boompaal het beste kiezen voor een paal die maximaal 80 – 100 cm boven de grond uitsteekt, bij leibomen ligt dit uiteraard anders. Reken erop dat ongeveer één derde van de paal ingegraven wordt. Te lange palen maken de boom lui – een beetje bewegingsvrijheid zorgt voor een snellere ontwikkeling van stabiliteitswortels. Een korte boompaal is ook niet altijd de oplossing, omdat deze soms niet genoeg steun biedt en de boom dan alsnog beschadigt. Zorg bij een langere paal dat je wel minimaal 15cm onder de kruin blijft.
De grond in
Als je je boom en de plaats van aanplanting gekozen hebt én gezorgd hebt voor boompalen is het tijd om de boom te gaan planten. Zorg dat het gat waar de boom in moet komen ongeveer 30 procent groter is dan de kluit zelf. Maak na het graven van het gat de grond aan de zijkanten van het gat goed los. Hiermee zorg je ervoor dat de groeiende wortels alle kanten op kunnen en beter kunnen aarden dan in vaste grond.
Het is belangrijk dat je de boom niet te diep inplant. De bovenkant van de kluit mag gelijk zijn aan of net een paar centimeter boven het maaiveld uitsteken. Maak de grond na het planten nat zodat de lucht uit de grond verdwijnt en de wortels goed contact maken met de aarde.
Bevestigen met boomband
Je kunt de boom aan de boompaal bevestigen met rekbare boomband. Hierdoor heeft de boom nog voldoende bewegingsvrijheid. Om schade door wrijving te voorkomen kun je de band het beste bevestigen in een achtje. Je laat de band zichzelf dan kruisen tussen de steunpaal en de boom. Plaats de boomband niet meer dan 5 cm onder de kop van de paal, anders heb je kans dat de stam bij veel wind tegen de paal slaat.
Zo, helemaal klaar! Nu zit er niets anders op dan te genieten van de nieuwe aanwinst in je tuin. Vergeet niet om minimaal één keer per jaar te controleren of de banden nog goed en niet te strak of te los zitten. Zo zorg je ervoor dat je nog jaren plezier hebt van de boom. Heb je nog vragen of wil je meer weten over boompalen? Neem dan gerust contact met ons op, we helpen je graag verder.